zaterdag 28 februari 2009

Goddelijk Mozart

Een samenloop van omstandigheden deze week, die uitmonden in een intens artistieke ervaring en veel inspiratie.

zondag 22 februari
Een lift van de Utrechtse stadionlaan rechtstreeks naar Düsseldorf van twee Wiedergeborener Christliche Frauen. Met name die achter het stuur zit is fanatiek in haar overtuiging. Door mijn vraag naar de vioolkist in de kofferbak, komt muziek ter sprake. Ze blijkt jarenlang in een professioneel theaterorkest gespeeld te hebben, maar voelde zich niet goed bij de goddeloze muziek van Wagner. Ze is erachter gekomen waarom bepaalde muziek bij haar altijd al niet goed voelde: god ontbrak, en soms zelfs was de duivel aan het werk. Op mijn vraag welke muziek ze dan wel goddelijk vindt, noemt ze Mozart, maar geeft meteen toe dat die ook niet bepaald duivelsvrij (alcohol-verslaafd) was.

Ze vindt dus de klassieke en (vroeg)romantische muziek goddelijk. Maar ze is pas sinds een jaar of twintig zo fanatiek christen, en al langer was deze muziek haar favoriet. Dus, laten we zeggen dat ze deze muziek altijd al intens en positief ervoer, en het daardoor als vanzelf goddelijk werd. Zou ze met een andere opvoeding andere muziek als goddelijk bestempelen? Bijvoorbeeld Portugese Fado-zang of Roemeense volksmuziek? Ik denk het wel.

Woensdag 25 februari
Ik luister naar een voorspeelavond op het conservatorium. Twee vriendinnen spelen Beethoven's Tweede Sonate voor piano en cello. Ik zie ze met elkaar bezig zijn, op elkaar reageren, ik ken ze goed en hoor wat zij horen, waar ze heen willen en hoe hard ze werken. Ik realiseer me dat eenvoudig luisteren naar andere mensen die muziek maken een rustgevende en ontspannende bezigheid is, veel meer ontspannen dan thuis op de bank. Vroeger deed ik het regelmatiger, luisteren. Die rust kan ik juist op het moment heel goed gebruiken, dus ik geniet.

Donderdag 26 februari
Een vriendin komt eten en vertelt over een bijzonder inspirerend muziekweekend, waarbij dispokinesiologie toegepast werd op zingen. Toevallig heb ik met de zelfde technieken afgelopen jaar mijn pianospel weer onder controle gekregen. De vriendin heeft een geweldig lied van Kurt Weill gezongen: Surabaya Johnny. Ik raak totaal enthousiast van deze Duitstalige theatermuziek die qua uitdrukking net zo intens is als de musicalmuziek waar ik gek van ben. Ik krijg haar zover om voor me te zingen. Ze zingt als een engel, dus ik geniet. Dan spelen en zingen we nog wat andere dingen, en ik besef dat ik toch wel een erg sterke band heb met het muziekmaken. Zodra ik bladmuziek neerzet, ontstaat een enorm verlangen naar klank en uitbeelding.

Vrijdag 27 februari
Totaal geïnspireerd door de vorige avond speel ik een halve dag piano. Als een jukebox blader ik spelend door mijn collectie en kom uit bij Bach, Engelse suite in G-klein, de prelude. Niet helemaal toevallig, want ik herinnerde me dat ik me er al eerder aan gewaagd had, omdat het me raakte. Ik kom ver genoeg om ervan te genieten, maar zoals altijd eindigt de speelsessie in een steevast besluit om dit ene stuk als volgende missie perfect op de planken te zetten. Wat natuurlijk niet gaat lukken met nog 1 resterende week in dit huis, met deze piano.

Ondertussen voel ik me twee dagen schuldig dat ik nog steeds niet bezig ben geweest voor de jazzworkshop, die zaterdag weer plaatsvindt. Tja, Bach raakt me makkelijker en speelt bovendien makkelijker dan de JellyRolMorton-stijl, die totaal nieuw voor me is. Ik bedenk dat de vrouw die ons een lift gaf, hier toch een geruststellende en gemakkelijke oplossing voor vond, door de onbekende muziek als duivels en Bach als goddelijk te bestempelen. Wel toevallig dat ik die goddelijke Bach al een jaar of 15 speel. Zo makkelijk mag ik er niet mee wegkomen. Ik weet zeker dat er in de jazz ook veel te halen is, maar elke nieuwe taal kost tijd en moeite.

Zaterdag 28 februari
11.00 uur
De jazzworkshop is afgelast, kom ik er even makkelijk vanaf. Ik had weliswaar in de ochtend nog even geoefend, maar was weer op Bach overgestapt. Ik vergaf het mezelf met het goddelijke excuus.

19.45
Ik heb de liefste moeder van de wereld. Vraag je om een fietsmandje met bloemetjes, zit er twee uur later een fietsmandje met bloemetjes op je fiets. Ik ga luisteren naar haar concert met het Orkest van Utrecht. Ik verwacht geen enorme artistieke ervaring, maar wil meegenieten met de liefste moeder van de wereld, net als met de vriendinnen afgelopen woensdag. Maar dan komtie toch, de intense ervaring. Het charisma en de bewegingen van de Griekse dirigent Yiorgo Moutsiaras leveren een ongelofelijke klank op, van dit amateurorkest! Hij heeft ze in zijn greep en iedereen speelt boven zijn kunnen. Precies zoals ik uit ervaring weet dat er maar weinig dirigenten zijn. Ik ben ontroerd en geniet van de muziek, en krijg inspiratie voor het schrijven van dit blogbericht.
Bij de goddelijke Mozart is het resultaat minder geslaagd, maarja, ik ken ook weinig professionals die daarmee uit de voeten kunnen. Na de pauze herhaalt hij het kunstje met Schubert, hoewel het eerste deel me het gebruikelijke Schubert-langweiligkeit gevoel geeft. Wat een man, wat een dirigent!

Conclusie?
Het goddelijke en het intense ervaren ligt dicht bij elkaar, naar mijn idee. En Mozart kan, maar hoeft daar niet noodzakelijk een voorbeeld van te zijn. Belangrijker is mijn eigen relatie met de muziek en mijn relatie met de mensen die het uitvoeren.

Geen opmerkingen: